De Vragenlijst Spreken in Groepen bestaat uit 24 vragen en is bedoeld om je een
overzicht te geven van jouw sterke en zwakke kanten op het gebied van
spreken in een groep.
De VSG meet twee hoofdfactoren en twee subfactoren.
- angst voor spreken in groepen
- plezier in spreken in groepen
- gretigheid / enthousiasme
- zelfvertrouwen dit aan te kunnen
Deze twee hoofdfactoren blijken onafhankelijk te zijn. Iemand kan er plezier in
hebben om in een groep te spreken en zich toch angstig voelen. Dat kan een
dilemma opleveren: ik wil wel graag, maar ik durf niet. Het komt natuurlijk ook
voor dat iemand erg bang is om in een groep te spreken en er geen enkel plezier heeft.
Dat kan zeer lastig zijn als die persoon er niet goed onderuit kan om in een
groep te spreken.
Plezier om in een groep te spreken is onder te verdelen in twee onafhankelijke
subfactoren. Iemand kan best vertrouwen hebben in een groep te kunnen spreken,
maar er toch weinig zin in hebben.
Nadat alle vragen zijn ingevuld kan de vragenlijst worden gescoord met
een simpele klik op de knop. Scoring houdt in dat jouw antwoorden
op een bepaalde manier worden opgeteld en vergeleken met een referentiegroep.
Twee vergelijkingen zijn mogelijk, namelijk met een groep eerstejaars studenten en een groep studenten die zich had opgegeven voor de training 'Spreken in (werk)groepen'. Overigens de scores van deze laatste groep veranderden na de training in een gunstige richting!
De vragen en de scoring zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek(
samenvatting),
maar specifieke persoonlijke omstandigheden worden hier beperkt in verwerkt! Raadpleeg zonodig een studentenbegeleider, want de VSG heeft niet de bedoeling een gesprek te vervangen.
Een referaat houden is niet een artikeltje lezen en daar uit je hoofd een verhaal
over vertellen. Zeer ervaren sprekers kunnen dit wellicht, maar bijna iedereen
zal zich grondig moeten voorbereiden.
Docenten verlangen wel eens van studenten dat deze het referaat uit het hoofd
doen. Dat leidt vaak tot slechte referaten. Als je jezelf onzeker voelt over
het referaat negeer dan de aanwijzing van de docent en schrijf je verhaal uit
in 'spreektaal', dat wil zeggen niet te lange of te ingewikkelde zinnen.
Wie in fasen werkt bespaart zichzelf uiteindelijk tijd en verhoogt de kwaliteit van het referaat. Met deze checklist kan je nagaan in welke fase van de voorbereiding van het referaat je bent. Klik aan wat het beste weergeeft hoe je er momenteel voorstaat. Je krijgt meteen tips en korte commentaren.
Aanwijzingen die vooral bruikbaar zijn bij
een specifieke vorm van spreken in het openbaar, namelijk het spreken in werkgroepen.
Aan de hand van deze aanwijzingen zijn het houden van een referaat, de deelname
aan discussie, het stellen en beantwoorden van vragen en actief luisteren, met
meer succes en minder nare gevoelens te doen. Dit is te bereiken door vaardigheden
aan te leren en hinderlijke denkgewoonten af te leren. Daar is tijd en oefening
voor nodig!
Om te leren spreken in groepen, een referaat te houden, enz. is oefenen noodzakelijk. Een goede inhoudelijke voorbereiding is dringend nodig, maar spreken in groepen leer je pas echt door het te doen. Goede sprekers zijn (bijna) altijd geoefende sprekers. Op deze pagina's worden een aantal alledaagse situaties genoemd die bruikbaar zijn om te oefenen.
Aanpak negatieve gedachten en
denkpatronen
Negatieve gedachten over het spreken in groepen kunnen vervelende effecten hebben. Als je echt gelooft dat het niks zal worden en dat het publiek hooguit schamper zal reageren, dan wordt het onmogelijk om je goed voor te bereiden en er tijdens het referaat het beste van te maken.
Daarom is het nodig deze negatieve gedachten op te merken en aan te pakken. Het gaat meestal niet alleen om negatieve gedachten maar ook om meer algemene opvattingen en schrikbeelden. Deze treden in vele gedaanten op maar zijn wel min of meer in "soorten" te onderscheiden. Als je weet om welk type het gaat, dan kun je gemakkelijker maatregelen nemen.
In deze oefening kan je leren negatieve gedachten, opvattingen en schrikbeelden te typeren. Als je beter weet waar het om gaat dan is het gemakkelijker het geloof hierin te doorbreken en effecten te beperken.
|
- Angst voor spreken in groepen
Angst voor spreken in groepen hangt samen met
- slechte ervaringen
Wie bijvoorbeeld op het VWO slechte ervaringen heeft
opgedaan met spreekbeurten kan spreekangst ontwikkelen. Het ging toen niet goed en dus zal het de volgende keer ook wel niet goed gaan. Dit is echter een denkpatroon dat een goede voorbereiding hindert en spreekangst versterkt.
Wat is nodig?
Analyseer de 'spreeksituatie' door vragen te stellen: wat ging er niet goed en wat ging er wel goed, ging het om gebrek aan ervaring en / of om negatieve gedachten en denkpatronen en wat is nodig voor een nieuwe en betere aanpak?
- gebrek aan vaardigheden
Wie niet goed weet hoe het houden van een referaat moet worden aangepakt, bijvoorbeeld door gebrek aan ervaring, kan zich angstig voelen bij het vooruitzicht dit te moeten doen. Ook is het mogelijk dat het bij een vorige gelegenheid door gebrek aan vaardigheden niet zo goed ging en dat de spreekangst is toe genomen.
Wat is nodig?
Ontwikkel vaardigheden in kleine stappen die haalbaar voor jou zijn. Een optimale voorbereiding op het referaat en oefenen in het uitspreken hiervan is absoluut noodzakelijk.
Raadpleeg Checklist voorbereiding referaat ,
Informatie spreken in werkgroepen en
Oefensituaties
- negatieve gedachten en denkpatronen
Wie voorspelt dat het referaat wel zal mislukken (een negatieve gedachte) en dat medestudenten je zullen uitlachen om je geschutter en dat je een onvoldoende krijgt (een negatief denkpatroon) zal zich begrijpelijker wijze angstig voelen.
Wat is nodig?
Zie de negatieve gedachten en denkpatronen als 'Dat wordt een waardeloos verhaal', 'Ik wordt knalrood, weet niet meer wat ik moet zeggen en iedereen merkt dat en vindt mij belachelijk', enz. onder ogen en pak deze aan. Dan wordt het mogelijk om meer realistische en stimulerende gedachten te ontwikkelen die helpen om het beste te maken van een lastige situatie.
Raadpleeg aanpak negatieve gedachten en denkpatronen.
- Plezier in spreken in groepen
Het houden van een referaat geeft meer voldoening als je rekening houdt met drie punten
- duidelijk doelen
Het einddoel, het zo goed mogelijk houden van het referaat, is ver weg.
Verdeel dit einddoel in duidelijke targets, dat wil zeggen subdoelen die je in
een bepaalde tijd wilt halen. Raadpleeg Checklist voorbereiding referaat
om op grond van de fasen van de voorbereiding targets op te stellen en raadpleeg daarbij zonodig Oefensituaties .
- merkbaar effect van de inspanning
Raadpleeg Checklist voorbereiding referaat om na te gaan of je de targets hebt gehaald. Ga na of jouw kennis van de inhoud van het referaat toeneemt en of jouw vaardigheden groter worden. Spreken in het openbaar leer je door het veel te doen en daarbij open te staan voor positieve en negatieve kritiek.
- uitdagend doel dat je (net) aankunt
Een doel dat te gemakkelijk is, stimuleert niet tot productieve actie. Maar een doel dat veel te zwaar is zal verlammend uitwerken. Probeer aan te voelen wat je (net) aankunt. Bouw vertrouwen op door te oefenen en leer kritiek te gebruiken om het niveau van je prestaties te verhogen.
Literatuur mondelinge presentatie |
- Eckhardt, L. en Th. IJzermans, Het woord is aan u! Over spreken voor groepen, Thema, 1994.
Spreken in het openbaar scoort hoog als mensen de tien "engste" dingen in hun leven moeten noemen. Bovendien zijn maar weinig mensen tevreden over hun spreekprestaties. Duidelijk wordt waar de 'vrees voor de zaal" vandaan komt en hoe u die spanning kunt terugbrengen. Ook moeilijker situaties, als omgaan met lastige vragenstellers en improviseren, komen aan de orde.
- Steehouder, M. (ed.), Leren communiceren; Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie, Wolters-Noordhoff, 1999.
Er worden gerichte aanwijzingen gegeven voor mondeling presenteren, het voeren van gesprekken en vergaderen.
- Wagenaar, W. A., Het houden van een presentatie, In: "Studeren", Uitgeverij Balans, 2002.
Wagenaar stelt dat iedere redelijke intelligente persoon een goede voordracht kan houden als er maar aan twee voorwaarden is voldaan: je moet weten wat de kern van de zaak is, en je moet je aan een aantal bekende regels houden. Met voorbeelden en adviezen behandelt Wagenaar de verschillende fases van de mondelinge presentatie, vanaf de voorbereiding tot en met de evaluatie.
|
©,
Studentenpsychologen - Universiteit Leiden
| |