Motieven voor de keuze van een studie zijn in vier groepen in te delen
- Toekomstmotieven (wat kan je er later mee doen? arbeidsmarktperspectieven)
- Prestatiemotieven (het idee een studie aan te kunnen; hoe goed vind je
jezelf in deze studie? Hoe moeilijk / gemakkelijk is het?) Het gaat hierbij
niet alleen om de inhoud van de studie, maar ook om de wijze waarop je jezelf
kunt sturen de studie serieus aan te pakken.
- Interesse / inhoudsmotieven (plezier in de studie, studeren en student zijn)
- 'Naïeve' en gemengde motieven als 'lijkt wel leuk', vrienden / ouders
doen dit ook, opleiding is in de buurt, enz.
|