Nieuws uit Afrika

 Wat hebben de planeet Saturnus, de Spaanse schilder Francisco da Goya en de Blues met elkaar te maken? Waarom konden de Romeinen ziek worden van de wijze waarop ze hun voedsel klaarmaakten en er zelfs dood aan gaan? Waarom vertalen we  de Engelse uitdrukking “feeling blue” met “zich ongelukkig / depressief voelen”? In deze kolom, met een beetje cultuur en een beetje waanzin, zal op al deze vragen een antwoord worden gegeven en zullen in het voorbijgaan nog wat aanverwante zaken de revue passeren. 

Kees Verduin

             Francisco da Goya maakte rond 1820 het gruwelijke schilderij Saturnus verslindt één van zijn zonen. Dit schilderij is één van Goya’s “zwarte schilderijen” en laat zien hoe de oude Romeinse god Saturnus een vergeefse poging doet om het noodlot te slim af te zijn. Er was voorspeld dat zijn kinderen hem zouden onttronen en hij meende dat hij deze profetie kon ontkrachten door z’n kinderen op te eten. Saturnus had echter buiten zijn vrouw gerekend...

            Francisco gebruikte zoals zo veel schilders de zeer giftige loodwitverf voor het gronden van zijn doeken en voor het eigenlijke schilderwerk. Wanneer iemand gedurende langere tijd in contact komt met loodwitverf is loodvergiftiging het gevolg. Loodvergiftiging heeft in eerste instantie effect op het zenuwstelsel (humeurigheid, snel geïrriteerd raken) als mede op de ingewanden (spijsverteringsproblemen, kolieken). De uitdrukking “schilderskolieken” is gebaseerd op de ingewandsproblemen die bij deze beroepsgroep voorkwamen. Daarna komen symptomen als bloedarmoede, hoofdpijn, duizeligheid, verwardheid en hallucinaties en een verlamming van vingers, handen en polsen. In ernstige gevallen kan loodvergiftiging leiden tot aantasting van de hersenen (doofheid, blindheid) en uiteindelijk tot de dood.

Je zou misschien verwachten dat dit een slachting onder de schilders teweeg zou brengen, maar de gevoeligheid voor loodvergiftiging als ook het ziekteverloop kent grote individuele verschillen. De symptomen kunnen sterk variëren, langzaam verschijnen  of ineens opduiken. Da Goya werd op latere leeftijd doof en volgens een recente theorie zou hij van stijl zijn veranderd onder invloed van een voortschrijdende loodvergiftiging. Deze loodvergiftiging en de effecten daarvan zouden de oorzaak zijn van zijn “duistere periode”. Ook Vincent van Gogh, waarvan wordt beweerd dat hij verf snoepte, en Claude Monet zouden het slachtoffer zijn geworden van loodvergiftiging. Bij van Gogh raakte zijn gezichtsvermogen aangetast waardoor hij ringen rond objecten zag en die ook schilderde. Bij Monet raakten de handen verlamd. Loodwit werd tot 1925-30 nog op grote schaal gebruikt en pas in 60’er jaren werd de toepassing ervan sterk beperkt. Ik vond nog onlangs op het Internet informatie van een “liefhebber” waarin deze uitlegde hoe je het risico bij het gebruik van loodwit tot een minimum zou kunnen beperken.

Lood is overigens niet het enige metaal waar je vroeger beroepsmatig “gek” van kon worden. De gekke hoedenmaker uit Alice in Wonderland is een ander voorbeeld van een “gekke” beroepsgroep. Bij de productie van vilt uit konijnenvellen gebruikten hoedenmakers vroeger kwiknitraat, wat bij langdurig contact tot geheugenverlies en depressiviteit kon leiden.

De planeet Saturnus wordt van oudsher met lood geassocieerd omdat Saturnus de traagste, zichtbare planeet aan de hemel is. Astrologen meenden dat de koude, trage Saturnus een negatieve invloed had op het ondermaanse. Mensen die onder de invloed van Saturnus stonden, de zogenaamde Saturnuskinderen, waren melancholisch van aard, erg materialistisch ingesteld en eindigden in het algemeen in de gevangenis of aan de galg.

De naam van de muziekvorm blues wordt in verband gebracht met uitdrukkingen als “blue devils” en  “a fit of the blues”. Het woord “blue” komt van bluey of blue dat slang is voor lood en afgeleid is van het Duitse “Blei”. Dus ook deze uitdrukkingen wijzen op de effecten van loodvergiftiging. De woorden “blue pigeon” betekenen niet alleen “blauwe duif”, maar zijn ook een oude uitdrukking voor iemand die lood steelt van goten en dakbedekking. In de tijd van de zeilschepen werd met “blue pigeon” een loden gewicht bedoeld, met een kern van kleverige talg, waarmee men de zeebodem bemonsterde. Aan de hand van het zeebodemmateriaal dat aan de talg bleef kleven, kon men bepalen op welke wijze men voor anker moest gaan.

Saturnus, Goya en de blues hebben dus allemaal iets met lood te maken en de kwalijke effecten daarvan. Ook “feeling blue” heeft dezelfde herkomst als de blues. Hoe zit het dan met die Romeinen en hun voedselbereiding? Het antwoord ligt nu wel een beetje voor de hand: veel Romeins kookgerei was vervaardigd uit lood. Bij de bereiding van defrutum of sapa, een dikke en heel zoete vruchtenmoes, werd voor het inkoken geadviseerd om loden pannen te gebruiken. Dit zou de smaak ten goede komen! Om het gisten van wijn te stoppen en de smaak te verbeteren bekleedde men de binnenkant van wijnvaten met repen lood. Loodvergiftiging was mede als gevolg daarvan in de tijd van keizer Augustus reeds een bekend verschijnsel. Niet alleen het kookgerei, maar ook de waterpijpleidingen waren van lood.

Vitruvius raadt in zijn werk Over Architectuur dan ook aan om de waterpijpen van gebakken klei te maken. Die zijn niet alleen goedkoper en gemakkelijker te repareren, maar wat belangrijker is “het water uit pijpen van klei is gezonder dan het water uit loden pijpen”. Waarom denkt Vitruvius dat? Nu volgt een merkwaardige argumentatie: lood is schadelijk, omdat loodwit, dat van lood afgeleid is, ook schadelijk is voor de mens. Dus als een afgeleide substantie schadelijk is, dan moet datgene, waarvan die substantie afgeleid is, ook schadelijk zijn. Vitruvius merkt nog op dat loodgieters er vaak erg bleek uitzien. Bij het smelten van lood komen namelijk dampen vrij, waarmee ze in aanraking komen en die op den duur “alle kracht uit hun bloed” wegtrekken.

Is lood misschien nog op een andere negatieve manier gerelateerd aan de geestelijke gezondheid van groepen mensen? Wat te denken van de alchemisten die reeds vele honderden jaren de wens koesteren, om lood tot goud te transformeren? Mensen investeerden alles wat ze hadden, raakten huis, haard en familie kwijt en werden in sommige gevallen zelfs ter dood veroordeeld ten gevolge van hun jacht op de kennis om dit proces (de steen der wijzen) te beheersen. In een enkel geval zoals dat van de Parijse alchemist Nicolas Flamel en zijn vrouw Perenelle lees je verhalen over immense rijkdom en een bovennatuurlijk lang leven. Voor de meeste mensen die zich aan dit avontuur waagden, was het echter een doodlopende steeg.

            In de Merchant of Venice laat de mooie Portia de mannen die naar haar hand dingen kiezen uit drie doosjes: een gouden, een zilveren en loden doosje. De oeroude moraal van dit verhaal is dat men de dingen niet naar hun uiterlijk moet beoordelen en het is dan ook het loden doosje dat de ‘sleutel’ tot het huwelijk bevat. Dus hier wordt het grauwe, onaanzienlijke lood gebruikt in een test om uit de kandidaten de juiste partner te selecteren. De uiterlijke schijn kan bedrieglijk zijn en alleen zij, die in staat zijn om daar doorheen te kijken, zien de schat die achter dat uiterlijk verborgen is.

In dit laatste voorbeeld is er geen sprake meer van dat het lood leidt tot aantasting van de geestelijke gezondheid. Het lood wordt, samen met het zilver en het goud, slechts gebruikt om de menselijke geest te peilen met behulp van één ‘forced choice’ item.