Nieuws uit Afrika

Kees Verduin

Het is misschien goed om u, de lezer, even te waarschuwen alvorens u zich al lezend afvraagt wat u nu onder ogen heeft. Wat begon als een onschuldige bladvulling ontaardde al spoedig tot een Toonderiaanse zwelbast die zich slechts met moeite binnen de perken liet houden. Ondanks manmoedig snijden in de referenties en het onbesproken laten van interessante zaken zoals de relatie tussen de Nederlandse filosofen Marsilius van Inghen, Sigert van Brabant, de Nag Hammadi teksten en het onderhavige onderwerp, dat een paragraaf na het begin al niet meer gelijk was aan datgeen, waarmee ik begon, is het mij niet gelukt om het stuk geheel onder controle te houden. Het is soms lastig en kort door de bocht dan weer eenvoudig en erg gedetailleerd Aan de andere kant moet ik bekennen dat het wel aangenaam gevoel was om een beetje meegesleept te worden door het stuk. Rest mij de hoop dat u tijdens het lezen iets ervaart van het plezier dat ik had bij het schrijven.

de mens is een bijzonder schepsel

Dit keer wilde ik beginnen met twee citaten van Thomas Browne (1605-1682):

Hiermee hebben we meteen het thema van de column te pakken: de mens is een bijzonder schepsel. Tevens is ook weer een link met de titel van de column gelegd.
Dit thema klinkt als een echo van zo’n 150 jaar eerder wanneer Pico Della Mirandola (1464-1493) in 1487 zijn Oratio de Hominis Dignitate begint met:
“Most esteemed Fathers, I have read in the ancient writings of the Arabians that Abdala the Saracen on being asked what, on this stage, so to say, of the world, seemed to him most evocative of wonder, replied that there was nothing to be seen more marvelous than man. And that celebrated exclamation of Hermes Trismegistus, “What a great miracle is man, Asclepius” confirms this opinion.”

Wie echter was deze Hermes Trismegistus of in het Nederlands ‘De driewerf grootste’?

o o o

Mijn eerste serieuze kennismaking met Hermes Trismegistus vond plaats tijdens een bezoek op zaterdag 10 april 1999 aan de antiquariatenbeurs in de Pieterskerk, alwaar ik Frances Yates’ Giordano Bruno and the Hermetic Tradition kocht. Ik kende alleen de Art of Memory van haar, maar dat was reden genoeg om tot aankoop over te gaan. De daarop volgende weken volgde ik de auteur op een reis door de geschiedenis van geloof en magie die zo’n 3000 jaar omspande. De tweede ontmoeting vond een half jaar later plaats, op vrijdag 26 november 1999. Ik was net de vorige dag in Florence aangekomen en ik zag bij het toeristenbureau dat in de Biblioteca Medicea een tentoonstelling Marsilio Ficino e il returno di Ermete Trismegistus liep. Een verzameling prachtige handschriften en gedrukte boeken, die een overzicht gaf van de hermetische teksten door de geschiedenis heen, was bijeengebracht door de Laurenziana bibliotheek en de Amsterdamse Biblioteca Philosophica Hermetica: om van te watertanden.

Het schrift is funest voor het geheugen

Hermes (ook wel Mercurius) die, na het doden van de honderdogige Argos, die over Io moest waken, naar Egypte vlucht, is in eerste instantie equivalent aan de Egyptische god Thot of Theuth, met de ibiskop die heerst over geleerden en schrijvers. Zoals we in Plato’s Phaedrus (274c-275b) kunnen lezen, probeert hij koning Thamus van allerhande intellectuele methoden en technieken, als het schrift, te voorzien. Het schrift wordt door deze koning afgedaan als een slechte ontwikkeling die waarschijnlijk funeste gevolgen zal hebben voor het geheugen . Later wordt Hermes een priester-geleerde die in de tijd van Mozes zou hebben geleefd (zie hieronder) en talloze boeken (het getal van 36525 wordt genoemd) zou hebben geschreven over alle aspecten en geheimen van wetenschap en religie.

o o o

De overgang van god tot mens is waarschijnlijk vergemakkelijkt door de invloed van Euhemerus’ Heilige Geschiedenis, (3de eeuw v Chr) dat in de Latijnse vertaling van Ennius grote bekendheid kreeg. Het boek poneert de stelling dat de Griekse goden van oorsprong menselijke koningen en helden zijn geweest, die na hun dood door hun landgenoten worden vereerd en langzamerhand een goddelijke status krijgen. Met dit wapen (van de tegenpartij) in de handen maken de kerkvaders korte metten met de heidense godsdiensten, maar eigenlijk is dan al elke vorm van competitie verdwenen en kunnen de Griekse goden als oude koningen rustig verder leven. Als oude koningen zie je de goden figureren in middeleeuwse kerk- en wereldgeschiedenissen van Petrus Comestor (Historia Scholastica) en Vincent de Beauvais (Speculum Historiale). Waar dit uiteindelijk toe zou kunnen leiden kun je lezen in Jean Ray’s roman Malpertuis, maar dit terzijde.

o o o

Het Perfecte Woord

Clemens van Alexandrië (150-218) noemt zowel de ideeën van Euhemerus als ook Hermes Trismegistus in zijn Stromata (‘veelkleurige tapijten’) en heeft het met name over de vele boeken die Hermes zou hebben geschreven.

“For the Egyptians pursue a philosophy of their own. This is principally shown by their sacred ceremonial. For first advances the Singer. ... For they say that he must learn two of the books of Hermes, the one of which contains the hymns of the gods, the second the regulations for the king's life. And ... the Astrologer. ... He must have the astrological books of Hermes, which are four in number, always in his mouth. Of these, one is about the order of the fixed stars that are visible, and another about ... the sun and moon; and the rest respecting their risings. ... There are also ten books which relate to the honour paid by them to their gods, and containing the Egyptian worship. ... And behind all walks the Prophet. ... He..., learns the ten books called "Hieratic;" and they contain all about the laws, and the gods, and the whole of the training of the priests. ... There are then forty-two books of Hermes indispensably necessary; of which the six-and-thirty containing the whole philosophy of the Egyptians ...; and the other six, which are medical...treating of the structure of the body, and of diseases, and instruments, and medicines, and about the eyes, and the last about women.” (Stromata, VI, 3).
De Afrikaan Lactantius (250-320) laat zich in zijn Divinae Institutiones positief uit over Hermes Trismegistus en stelt hem op één lijn met de Sibillen die evenals Hermes de komst van Christus zouden hebben aangekondigd in hun geschriften.
“But that there is a Son of the Most High God, who is possessed of the greatest power, is shown not only by the unanimous utterances of the prophets, but also by the declaration of Trismegistus and the predictions of the Sibyls. Hermes, in the book which is entitled The Perfect Word, made use of these words: ‘The Lord and Creator of all things, whom we have thought right to call God, since He made the second God visible and sensible. But I use the term sensible, not because He Himself perceives (for the question is not whether He Himself perceives), but because He leads to perception and to intelligence. Since, therefore, He made Him first, and alone, and one only, He appeared to Him beautiful, and most full of all good things; and He hallowed Him, and altogether loved Him as His own Son.’”(Divinae Institutiones, IV, 6).
Het boek Het Perfecte Woord komt hieronder bij Augustinus aan de orde. Ook Lactantius noemt de ideeën van Euhemerus en wat dit betekent voor het heidense geloof. Augustinus schrijft 100 jaar later in zijn De Civitate Dei een aantal kritische hoofdstukken aan Trismegistus vanwege zijn bemoeienis met afgoden en magie, waarmee hij (volgens Yates) een tegenwicht probeert te geven voor het enthousiasme waarmee Lactantius de heidense Hermes ‘omarmt’.
“The Egyptian Hermes, whom they call Trismegistus ... says that there are some gods made by the supreme God, and some made by men. Any one who hears this, as I have stated it, no doubt supposes that it has reference to images, because they are the works of the hands of men; but he asserts that visible and tangible images are, as it were, only the bodies of the gods, and that there dwell in them certain spirits, which have been invited to come into them, and which have power to inflict harm, or to fulfil the desires of those by whom divine honors and services are rendered to them.” (De Civitate Dei, VIII, 23).
Augustinus lardeert deze hoofdstukken met citaten en parafrases uit Hermes’ werk. Zo is het bovenstaande stuk ontleend aan het 13de deel van de Asclepius dat ook wel bekend staat als Het Perfecte Woord, Sermo Perfectus of Logosteleios. Het citaat van Lactantius komt uit het 4de deel van de Asclepius. En last but not least kan men de opmerking in het begin van de column, dat de mens een wonder is, in het 3de deel van de Asclepius vinden. De aan Apuleius toegeschreven Latijnse vertaling van de Asclepius is tot aan het einde van de middeleeuwen het meest bekende werk van Trismegistus.

o o o

Trismegistus een tijdgenoot van Mozes

Zowel Augustinus als Lactantius onderschrijven de ouderdom van Hermes Trismegistus.

“As regards philosophy, which professes to teach men something which shall make them happy, studies of that kind flourished in those lands about the times of Mercury, whom they called Trismegistus, long before the sages and philosophers of Greece, but yet after Abraham, Isaac, Jacob, and Joseph, and even after Moses himself. At that time, indeed, when Moses was born, Atlas is found to have lived, that great astronomer, the brother of Prometheus, and maternal grandson of the eider Mercury, of whom that Mercury Trismegistus was the grandson.” (De Civitate Dei, XVIII, 39).
Zou op basis van de voorgaande tekst Hermes enige generaties jonger zijn dan Mozes, latere interpretaties hebben zelfs een H0: Trismegistus is een tijdgenoot van Mozes tot gevolg. Dit komt er dan op neer dat Hermes volgens de traditionele chronologie in de periode 1500 - 1450 v Chr zou hebben ‘gebloeid’. Vanaf Augustinus gerekend wordt deze H0 (als ook de eerdere, zwakkere versie), 1200 jaar lang niet getoetst, omdat men geen moment twijfelt aan de autoriteit van kerkvaders Lactantius en Augustinus. Dit foutieve uitgangspunt leidt er vervolgens toe dat men Plato, die Egypte bezocht heeft, als een navolger van Trismegistus gaat beschouwen. En zelfs dat sommigen Trismegistus later gaan identificeren met Mozes. De christelijk klinkende woordkeus van zijn geschriften waarbij termen als ‘vader’ en ‘zoon’ worden gebruikt (of in ieder geval gelezen), gecombineerd met de hoge ouderdom (prisca theologia) maken Hermes Trismegistus onweerstaanbaar en hij wordt al ras ingelijfd door de kerk.

o o o

Met de opkomst van het Christendom raakt de belangstelling voor de Griekse en Romeinse cultuur in West Europa in verval en worden kostbare perkamenten tekstrollen gerecycled ten behoeve van nieuwe generaties teksten en dat soms meerdere malen. Kennis van het Grieks blijft weliswaar in het Oostromeinse rijk bewaard, maar sterft zo goed als uit in het westen. Grote delen van de Griekse wetenschappelijke literatuur worden door de Islam in Arabische vertaling voor de ondergang behoed. Vanaf de 12de eeuw worden deze weer moeizaam terugvertaald naar het Latijn door vertalerscollectieven zoals de vertalerschool in Toledo. Weer later begint een jacht op manuscripten, gesubsidieerd door rijke verzamelaars. De val van Constantinopel in 1453 heeft een stroom van intellectuele vluchtelingen richting Italie tot gevolg, die zowel kennis van het Grieks als ook Griekse manuscripten met zich meebrengen. Een goed beeld van dit alles geeft het boek Scribes & Scholars (1974).

o o o

Halverwege de 13de eeuw citeert Vincent de Beauvais uit de Asclepius in zijn Speculum Historiale (V, 9), en noemt nog twee boeken van Mercurius Trimegistrus (!) over astrologie. Een kleine 100 jaar later refereert Bisschop Richard de Bury in het 7de hoofdstuk van zijn Philobiblon (‘de boekenliefhebber’) aan de Asclepius wanneer hij filosofeert over de enorme schade die oorlog de cultuur en in het bijzonder het boek als cultuurdrager aandoet, ten tijde van de grote brand van bibliotheek van Alexandrië:

“Yet we must tearfully recount the dreadful ruin which was caused in Egypt ..., when seven hundred thousand volumes were consumed by fire... The religion of the Egyptians, which the book of the Perfect Word so commends;... and infinite other secrets of science are believed to have perished at the time of this conflagration.”

o o o

Een villa voor een vertaling

In 1460 brengt Leonardo da Pistoia, uit Macedonië, een onvolledige Griekse versie van het zogenaamde Corpus Hermeticum naar het Florentijnse hof van de Medici. Het gaat hier om een verzameling van 14 van de in totaal 17 geschriften. Cosimo de Oude vindt dit zo belangrijk dat hij in het begin van 1463 Marsilio Ficino vraagt om deze teksten zo snel mogelijk in het Latijn te vertalen. Hiervoor moet Marsilio het werk aan zijn Plato vertaling, waar hij net aan begonnen is, opzij leggen. Dit geeft enigszins aan hoe belangrijk deze tekst wordt gevonden, maar dat is, in het licht van het idee dat Hermes aan Plato vooraf zou zijn gegaan, wel te verklaren. In april van hetzelfde jaar is de vertaling getiteld Pimander, de potestate et sapientia Dei gereed, maar zal pas in 1471 uitgegeven worden. Als dank krijgt Marsilio van Cosimo, die in 1464 sterft, het landgoed Carregi, dat in de daaropvolgende jaren tot een nieuwe platonische academie zal uitgroeien. Met deze vertaling en de daarop volgende vertalingen in de ‘moderne’ talen rijst de ster van Hermes nog hoger. Zo kan het dan ook gebeuren dat Hermes in 1488 in de vloer bij de ingang van de kathedraal van Siena vereeuwigd wordt samen met bijbelse helden en de sibillen. In de Vaticaanse appartementen van paus Alexander Borgia wordt door Pinturicchio een serie fresco’s geschilderd, waarin Hermes, de sibillen en elementen uit de Egyptische religie zoals de stier Apis figureren.

o o o

H0 verworpen

Isaac Casaubon toont in 1614 op basis van stijlkenmerken en interne inconsistenties aan dat de bovengenoemde H0 uiteindelijk verworpen kan worden en dat de hermetische geschriften in werkelijkheid neoplatonische teksten zijn, die uit de 2de-3de eeuw na Christus dateren. Dit resultaat dat de fundamenten van de hermetische filosofie onderuithaalt, wordt slechts langzaam algemeen bekend. Het is namelijk enigszins verstopt in Casaubon’s laatste werk De Rebus sacris et ecclesiasticis exercitiationes XIV dat een kritiek bevat op een niet zo kritische kerkgeschiedenis Annales Ecclesiastici van Baronius. In 1627 nog schrijft de bibliothecaris Gabriel Naudé in zijn Advis pour dresser une bibliothèque een hoofdstuk over de ordening van de boeken waarin hij zegt dat de werken van Hermes aan die van Plato en Aristoteles vooraf dienen te gaan, om dezelfde reden dat ook de bijbel in de afdeling theologie vooraan komt, namelijk omdat elke afdeling moet beginnen met de oudste en meest universele bronnen.

“what I tell you three times is true”

Zo kan het dan ook gebeuren dat de jonge Thomas Browne in 1635 zijn sympathie met het gedachtegoed van Trismegistus aan het papier toevertrouwt:

Dit laatste citaat bevat de beginregel van de Tablet van Smaragd, een oertekst met alchemistische voorschriften van Trismegistus, volgens de overlevering gevonden in zijn pyramidegraf, en het bombardeerde hem tot ‘oeralchemist’. Dit ‘driewerf waar’ deed me denken aan beginregels van Lewis Carroll’s The Hunting of the Snark:

"Just the place for a Snark!" the Bellman cried,
as he landed his crew with care;
supporting each man on the top of the tide
by a finger entwined in his hair.

"just the place for a Snark! I have said it twice:
that alone should encourage the crew.
just the place for a Snark! I have said it thrice:
what I tell you three times is true."

Wie weet, is Lewis Carroll door het hermetische citaat van Browne geinspireerd!

Wat nu die allegorische beschrijving van Hermes is, was voor de lezer in Browne’s tijd waarschijnlijk wel duidelijk, maar, gelukkig voor ons, licht Browne deze uitspraak jaren later in zijn werk toe:

“Trismegistus his Circle, whose center is every where, & circumference no where, was no Hyperbole.” (Christian Morals III, 2).

Het blijkt echter dat deze uitspraak (“Deus est sphaera cuius centrum ubique, circumferentia nusquam”) oorspronkelijk niet van Hermes is, maar via Nicolaus Cusanus’ De Docta Ignorantia en het Liber XXIV Philosophorum teruggaat op Plotinus (Enneaden, VI, 5.4).

“thou art a leaky vessel, Susannah”

En zo kan nog eens ruim 100 jaar later ook Laurence Sterne zich nog steeds in prijzende bewoordingen over Trismegistus uitlaten. Aan het einde van de vorige column vroeg ik jullie of Laurence Sterne's The Life and Opinions of Tristram Shandy, gentleman in melancholische stijl is geschreven is. Het antwoord op deze vraag is naar mijn mening een volmondig ja.

En welke naam was door zijn vader aan Tristram toegedacht? Dat was Trismegistus. De reden om zijn zoon zo te noemen was de volgende:

“His opinion, in this matter, was, That there was a strange kind of magick bias, which good or bad names, as he called them, irresistibly impressed upon our characters and conduct.”,

maar dat ging uiteindelijk niet helemaal goed, vanwege het gebrekkige geheugen van Susannah de dienstbode, zoals uit het volgende citaat blijkt.
“Trismegistus, said my father-- But stay--thou art a leaky vessel, Susannah, added my father; canst thou carry Trismegistus in thy head, the length of the gallery without scattering?--Can I? cried Susannah, shutting the door in a huff.--If she can, I'll be shot, said my father, bouncing out of bed in the dark, and groping for his breeches. Susannah ran with all speed along the gallery. My father made all possible speed to find his breeches. Susannah got the start, and kept it--'Tis Tris--something, cried Susannah-- There is no christian-name in the world, said the curate, beginning with Tris--but Tristram. Then 'tis Tristram-gistus, quoth Susannah. --There is no gistus to it, noodle!--'tis my own name, replied the curate, dipping his hand, as he spoke, into the bason--Tristram! said he, & c. & c. & c. & c.--so Tristram was I called, and Tristram shall I be to the day of my death.”

Daar heb ik verder niets aan toe te voegen.

Onwetendheid kunnen voorwenden

Of misschien toch nog een leestip, om echt mee af te sluiten:

Het was wederom op een zaterdagmiddag, maar nu eind november 1995 toen ik in de Rijnlandse boekhandel stond en een pocket met de intrigerende titel Handorakel of de kunst van de voorzichtigheid uit de kast trok. Het was van ene Baltasar Gracian (nooit van gehoord) en de blurbtekst vermeldde dat het boekje mensen als Voltaire, Stendhal, Nietzsche en Schopenhauer zou hebben beïnvloed. Een citaat uit Vrij Nederland dat het een boek was “waarvan je geen letter ongelezen wilt laten en dat het verlangen oproept er nog vaak in terug te bladeren” alsmede het feit dat het werkje uit 1647 stamde, slechtten de laatste bezwaren om het te kopen.

De blurbtekst had geen woord teveel gezegd. In 300 bijna tijdloze ‘tips’ geeft de Spaanse jezuïet Gracian (1601-1658) een kijkje in de kraamkamer van succes en mislukking binnen een bureaucratische organisatie. Een paar uitspraken als smaakmaker: Houd mensen in spanning. Zorg dat men u nodig heeft. Niet uw meerdere overtreffen. Wen u aan slechte karaktertrekken van bekenden als aan lelijke gezichten. Onwetendheid kunnen voorwenden. Niet één en al goedaardigheid zijn. Andermans gemis benutten. Ik heb ‘het handorakel’ in de loop van de jaren ettelijke malen als verjaardagscadeautje aan de man of vrouw gebracht en tot nog toe geen klachten gehad.

Met dank aan de Job van de Raad voor het doorlezen van een eerdere versie, waardoor een aantal schendingen tegen het correcte Nederlands, in een vroeg stadium zijn onderschept.

o o o

‘Onvolledige’ referenties

Om deze lijst niet al te lang te maken heb ik niet alle gebruikte teksten opgenomen.
De vorige Nieuws uit Afrika columns zijn, inclusief referenties met hyperlinks, te vinden via mijn homepage onder het kopje interesses.

Aurelius, Augustinus (413-427) De Civitate Dei
Het prettigste leest natuurlijk een gedrukte versie van dit wel heel klassieke werk. Er bestaan een aantal Engelse vertalingen (oud en modern). Een Nederlandse vertaling De Stad Gods is bij Ambo uitgebracht. Er is een Web versie als onderdeel van het 38-delige Early Church Fathers en er is zelfs iemand geweest die deze serie in de vorm van Windows help files beschikbaar heeft gesteld (NB zonder het notenapparaat).

Beauvais, Vincent de (1256) Speculum Historale 5de editie
Dit kolossale werk is in drukvorm moeilijk te vinden. De UB heeft alleen het laatste gedeelte. Een afgeleide vorm is de Spieghel Historiael van Jacob van Maerlant die in 4 delen in facsimile uitgave antiquarisch nog wel te koop is. Er is een webversie van de Speculum Historale met redelijke zoekmogelijkheden, als onderdeel van een Frans project om de gehele Speculum Maior te ontsluiten. NB De tekst is wel in het Latijn.

Browne, Thomas (1642) Religio Medici.
De e-text versie is bij Gutenberg te vinden samen met nog twee stukken (Hydrotaphia en Letter to a Friend). Een Website met zo goed als het volledige werk. Een goede selectie van Browne's werk, ook uit de Pseudodoxia Epidemica, geeft The Major Works van Patrides (ed) bij Penguin. Ik heb verder nog gebruik gemaakt van The Religio Medici and other Writings uit de Everyman Library (1956) en van het driedelige The works of Thomas Browne (1927) van Thomas Sayles (ed).

Carroll, Lewis (1876) The Hunting of the Snark: An Agony in Eight Fits
In veel papieren edities verkrijgbaar, zoals de geannoteerde editie van Martin Gardner, die verder in illustraties verschillen (Henry Holiday, Mervyn Peake). Er bestaat ook een Nederlandse vertaling van Komrij (geloof ik). Tevens is een cd met de tekst van het gedicht op muziek van Mike Batt uitgebracht. De e-text versie is bij Gutenberg te vinden.

Clemens Stromata zijn op het web in dezelfde vorm als het werk van Augustinus te vinden.

Comestor, Petrus (1160) Historia Scholastica
Dit is te vinden in de UB (niet uitleenbaar) in de 221-delige Patrologia Latina serie van Migné, band 198. De Patrologia Latina op 5 cd’s is eveneens alleen in de UB te raadplegen. Handig om in te zoeken, maar niet om in te lezen.

Trismegistus, Hermes (?) Corpus Hermeticum, Asclepius etc.
De Asclepius.
De Pimander.
Achtergrondinformatie van de Biblioteca Philosophica Hermetica
Het Tablet van Smaragd
Biografie van Masilio Ficino

Gracian, Baltasar (1647) Handorakel of de kunst van de voorzichtigheid
is in vertaling van Theo Kars uitgegeven bij Querido. Een Engelse vertaling is op het internet. Voorzover ik weet is het overige werk van Gracian niet in het Nederlands vertaald.

Lactantius Divinae Institutiones zijn op het web in dezelfde vorm als het werk van Augustinus te vinden.

Reynolds, L.D. & Wilson N.G. (1974) Scribes & Scholars: A Guide to the Transmission of Greek & Latin Literature 2de druk
Geeft een spannende, soms schokkende en vaak verrassende ‘overlevings’geschiedenis van de klassieke literatuur. Er is inmiddels ook een vermeerderde 3de druk.

Seznec, Jean (1972) The Survival of the Pagan Gods. Bollingen Press
Een fascinerend en erudiet boek over de wijze waarop de Grieks-Romeinse goden zowel het christendom als ook de middeleeuwen ‘overleefden’ en zo in de renaissance de kop weer op konden steken. Behandeld ook het Euhemerisme.

Sterne, Laurence (1759-1766) The Life and Opinions of Tristram Shandy, gentleman
is bij Penguin verkrijgbaar en op het internet als onderdeel van Laurence Sterne in Cyberspace. Het is in een Nederlandse vertaling van Kellendonk bij uitgeverij Tabula uitgebracht. Het is een chaotisch, maar zeer prettig gestoord boek voor mensen die zich een beetje kunnen vastbijten in een tekst.

Yates, Frances.A. (1964) Giordano Bruno and the Hermetic Tradition
is zoals ik al in een eerdere column opmerkte een fascinerend boek voor wie van cultuurhistorische zijpaden houdt en niet bang is voor (meer dan) een paar voetnoten

o o o